Tot welke leeftijd moeten kinderen in een aangepast kinderzitje?
Het gaat niet over de leeftijd, maar eerder over de lengte! Kinderen die kleiner zijn dan 1,35 meter moeten vervoerd worden in een voor hen geschikt kinderbeveiligingssysteem. Die systemen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, op basis van het gewicht van het kind:
Groep 0 en 0
Baby’s en peuters tot 13 kilogram zitten in babyzitjes of reiswiegen, die u tegen de rijrichting in installeert.
Groep 1
Kinderen tussen de 9 en 18 kilogram klikt u vast in kinderstoelen die met de rijrichting mee staan. Het kind zit vast met vijf riempjes.
Groep 2 en 3
Voor kinderen tussen 15 en 36 kilogram gebruikt u een verhogingskussen en de gewone driepuntsgordel van de wagen.
Boven 1,35 m
Kinderen die groter zijn dan 1,35 meter hebben de keuze tussen de gewone veiligheidsgordel of een aangepast kinderbeveiligingssysteem.
Op de oranje sticker op de autostoel staat telkens vermeld tot welke lengte en/of gewicht u het zitje veilig kunt gebruiken. Een goede leidraad: als het hoofd van uw kindje boven de rand van de autostoel uitsteekt, is het tijd voor een upgrade. Schakel niet te snel over naar een groter zitje, want dan is uw kind minder goed beschermd.
Hoe klik ik de autostoel en mijn kind correct vast?
Een kinderzitje dat niet goed vastzit, heeft natuurlijk weinig zin. Lees daarom steeds de handleiding goed door. Sommige stoelen klikt u met haken vast in de verankeringspunten tussen de zitbank. Oudere modellen maakt u meestal vast met de veiligheidsgordel van de auto.
Ook uw kind zelf moet natuurlijk stevig vastzitten. Vermijd dikke kledij en span de gordels strak genoeg aan: er mag maximaal een vingerdikte ruimte zitten tussen de schouder en de gordel. Controleer ook steeds of de gordels nergens gedraaid zitten en op schouderhoogte vertrekken, anders zakken ze af. Staat het babyzitje tegen de rijrichting in op de passagiersstoel? Schakel de frontale airbag dan sowieso uit.
Waar koop ik goedgekeurde autozitjes?
Alle beveiligingssystemen die u vandaag in ons land in de winkel kunt kopen, zijn goedgekeurd volgens de Europese veiligheidsnormen. Bij twijfel kunt u altijd het etiket van het zitje raadplegen. Staat er een omcirkelde ‘E’, gevolgd door een cijfer? Dan is het zitje goedgekeurd. Op het etiket staat ook een homologatienummer. Dit geeft weer aan welke veiligheidsvoorschriften het zitje voldoet. Voor de meest recente systemen koopt u een zitje waarbij het homologatienummer begint met 03 of 04.
Controleer bij een nieuwe aankoop altijd of het zitje in uw wagen past. In sommige auto’s zijn de gordels bijvoorbeeld te kort om een babyzitje correct vast te maken. In dat geval kiest u beter een ander model, dat minder gordellengte nodig heeft. Koop bij voorkeur zitjes die ook een goede zijdelingse bescherming bieden – vooral aan het hoofd – en systemen waarbij u de gordel extra kunt aanspannen.
Mag mijn kind voorin zitten?
Kinderen mogen – ongeacht hun leeftijd, lengte of gewicht – op de passagiersstoel zitten. Op voorwaarde natuurlijk dat ze worden vastgemaakt zoals de wet het voorschrijft: in een kinderzitje dat bij hen past, correct vastgeklikt en met een uitgeschakelde frontale airbag bij zitjes tegen de rijrichting in. Al zijn de plaatsen achterin sowieso wel een stuk veiliger. Het is dus beter om uw kind vast te maken op de achterbank, tenzij dat onmogelijk is door bijvoorbeeld bagage.
Wat zijn de regels in bussen, autocars, taxi’s …?
Deze algemene regels zijn niet van toepassing in voertuigen met meer dan acht passagiersplaatsen – zoals bussen en autocars – of in taxi’s.
Ik vervoer kinderen van andere ouders, maar beschik niet over de juiste beveiligingssystemen voor hun lengte en gewicht. Wat nu?
In het geval van incidenteel vervoer over een korte afstand, laat de wet uitzonderingen toe. U mag dus de vriendjes van uw kinderen naar school brengen of oppikken na de voetbaltraining, ook wanneer u niet over de correcte zitjes of verhogingskussens beschikt. Maar dan moeten de kinderen wel minstens drie jaar oud zijn, op de achterbank vervoerd worden en vastgeklikt zijn met de gewone veiligheidsgordel. Ook wanneer er achterin geen derde kinderbeveiligingssysteem kan worden geïnstalleerd – bijvoorbeeld omdat er al twee andere in gebruik zijn – zijn afwijkingen op de algemene wet toegelaten.
Het gaat hier wel steeds om uitzonderingen voor specifieke gevallen. De algemene regel waarborgt nog steeds het best de veiligheid van het kind. Wijk er daarom zo weinig mogelijk van af.
Meer weten? De folder van Kind en Gezin legt alles in detail uit!